Handel: Saul

Oorlog

Israël is al jaren in oorlog. De vijand is heel dichtbij gekomen en Saul, de koning van Israël, stuurt er een groot leger op af. Maar de vijand valt niet aan. In plaats daarvan wordt er één man gestuurd: de reus Goliath. Hij daagt de Israëlieten uit tot een tweegevecht. "Als iemand mij kan verslaan, hebben jullie gewonnen" zegt hij. Maar Goliath is enorm groot en sterk en niemand durft het aan. Saul is ten einde raad. Hij heeft er alles voor over om Goliath uit te schakelen. Zelfs zijn oudste dochter Merab: wie de reus doodt, mag met haar trouwen. Veertig dagen lang gebeurt er niks. Maar op de veertigste dag gaat de jonge schaapsherder David eten brengen aan zijn broers die in het leger van Saul zitten. Hij moet daarbij langs Goliath. Wanneer hij Goliath ziet, doet hij een steen in zijn slinger en gooit die met al zijn kracht naar hem toe. De steen raakt de reus precies op zijn voorhoofd en die valt dood neer.  

Dit muziekstuk begint op het moment dat David bij koning Saul wordt gebracht.   

Blijdschap

Saul is opgetogen. Eindelijk is de Goliath verslagen! David mag in het paleis komen wonen en wordt in het gezin van Saul opgenomen. Hij sluit meteen vriendschap met Michal en Jonathan: de jongste dochter en de zoon van Saul. Alleen Merab vindt het maar niks. David is maar een gewone herder en daar kijkt ze behoorlijk op neer. Zij heeft helemaal geen zin om met hem te trouwen en dat laat ze duidelijk merken.  

Jaloezie

Ondertussen heeft het nieuws ook de rest van het land bereikt. Iedereen heeft het over David en de vrouwen zijn helemaal weg van hem. Als Saul daar achter komt, slaat zijn stemming om. Hij wordt stinkend jaloers. Jonathan denkt dat zijn vader gewoon een beetje somber is. Hij vraagt David om wat op zijn harp te spelen om Saul op te vrolijken. Maar Saul is zo chagrijnig dat hij zijn speer naar Davids hoofd gooit. Saul neemt zijn belofte terug dat David met Merab mag trouwen en hij geeft Jonathan de opdracht om hem te doden. Jonathan, die erg op David gesteld is, weigert dit.  

Jonathan probeert Saul ervan te overtuigen dat hij fout zit. Hoe kun je nou iemand willen vermoorden die het land heeft gered? Saul zegt dat hij spijt heeft en maakt het weer goed met David. Hij benoemt hem zelfs tot aanvoerder van zijn leger. Maar stiekem hoopt Saul dat David in de strijd gedood zal worden. David mag nu met Michal, de jongste dochter trouwen. Dat vindt David wel fijn, want hij vond Michal toch al veel leuker dan Merab.

 

Wanneer David heelhuids uit de oorlog terugkomt, wordt Saul woedend. Michal is bang dat haar vader David weer zal proberen te doden en daarom vluchten ze. Saul moet nu zelf het leger weer gaan aanvoeren, en samen met Jonathan vertrekt hij om te gaan vechten.

 

Spijt

Inmiddels heeft Saul oprecht spijt. Hij bidt tot God maar die luistert niet. Daarom vraagt Saul raad aan de geest van een profeet. Die vertelt Saul dat God boos op hem is. God is zelfs zo boos dat hij besloten heeft dat Saul de volgende dag, samen met Jonathan, moet sterven. Saul en Jonathan worden inderdaad de volgende dag door de vijand gedood.

 

David treurt om de dood van Saul en zijn vriend Jonathan, maar het volk juicht hem toe en moedigt hem aan om de strijd te winnen. Zo eindigt dit verhaal.

 

1738

De componist van dit werk, Georg Friedrich Händel, was in Duitsland geboren, maar woonde in Londen toen hij Saul schreef. Hij had een moeilijke tijd achter de rug. Hij was ziek geweest en daarbij was zijn rechterhand tijdelijk verlamd geraakt. Bovendien ging het niet goed met het theater waar zijn werk werd uitgevoerd. De theaterdirecteur had zelfs het hele seizoen afgelast omdat er niet genoeg kaartjes waren verkocht.

 

In het theater werden vooral opera's opgevoerd. Een opera is ongeveer hetzelfde als een musical, maar dan met klassieke muziek. Het produceren van musicals en opera's is  peperduur. Er moeten kostuums ontworpen worden en sets gebouwd. En omdat Händels opera’s in het Italiaans geschreven waren, moesten de zangers helemaal uit Italië gehaald worden. Door de slechte kaartverkoop was dat allemaal niet meer te betalen.

 

Een paar jaar eerder had een vriend van Händel, Charles Jennens, het Bijbelverhaal over koning Saul bewerkt. Hij had zijn tekst aan Händel gegeven zodat die hem op muziek kon zetten. Händel had er geen aandacht aan besteed. Het verhaal van Jennens was namelijk in het Engels. Nu zijn opera's te duur waren geworden, zag Händel ineens het gat in de markt. Hij ging meteen aan de slag en componeerde een soort opera, maar dan zonder set en zonder kostuums. De zangers stonden gewoon voor het orkest en hoefden niet te acteren. Een nieuw genre, het oratorium, was geboren.

 

Händel was waarschijnlijk een beetje onzeker over zijn nieuwe muziekvorm, Hij haalde van alles uit de kast om het ontbreken van actie op het toneel goed te maken. Saul zit dan ook vol muzikaal spektakel. Jennens schrijft daarover: "Händels hoofd zit vol met maden". Een van die "maden" was een nieuw instrument met klokjes erin, die Saul knettergek moesten maken. Ook had Händel speciaal voor de première een paar gigantische trommels geleend. Het was misschien niet eens nodig geweest, want het publiek vond het prachtig. Er was dan misschien weinig te zien, maar alles was te verstaan! Saul werd tijdens Händels leven nog regelmatig uitgevoerd en is ook nu nog een van zijn populairste werken voor koor, solisten en orkest.